Zondagochtend werden we na het ontbijt om 09.00 uur door onze volgende chauffeur opgehaald. Hij heette Samuri en zou een aantal dagen bij ons blijven. Het was een sympathieke man. We begrepen hem niet altijd direct, maar uiteindelijk kwamen we er wel uit. We zouden als eerste een Hindoestaanse grottempel aandoen, maar er was daar een bijeenkomst en er liepen honderden hindoes op het terrein van de tempel. We lieten daarom de tempel voor wat hij was en reden naar de Royal Selangor Pewter Factory, een tinfabriek. Hier werden we rondgeleid en kregen we te zien hoe tinnen voorwerpen gemaakt en bewerkt werden. We mochten ook zelf proberen een mooi motief in het tin te slaan. Dat lukte dus van geen kant! Na afloop kochten Gina en Caroline hier een leuke ketting met een tinnen hanger.

Volgens onze papieren was de volgende stop het stadje Bidor. Samuri keek een beetje vreemd dat we daar naar toe wilden, maar hij bracht ons er. Het bleek een weinig zeggend stadje te zijn, maar wij kwamen voor de markt. Die was er. Naar later bleek stelde het allemaal niet zoveel voor, maar we hebben het gezien. We keken wat rond, proefden diverse vruchten en kochten verse lychees. Er lag ook doerian (4e plaatje onder), de koning der vruchten. De doerian stinkt echter een uur in de wind, zodat hij niet in bussen of in hotels meegenomen mag worden. Het vruchtvlees is echter lekker zoet.

We reden dieper de bergen in en de weg begon behoorlijk te stijgen. Boven aan een pas is de Lata Iskander waterval. Erg toeristisch met alle kraampjes er omheen en verder niet erg indrukwekkend. Wel met mooie vlinders en gelukkig een WC of was het toch een douche...?

We betraden nu het gebied waar de Oran Asli wonen. oorspronkelijke bewoners die nog jagen met de blaaspijp en gifpijlen. We bezochten er één en mochten zelf ook proberen met de blaaspijp en de vederlichte pijlen te schieten. De dames ging dat het beste af. Erik schoot zijn eerste pijl dwars door het onderstaande huis. Gelukkig was er niemand binnen.

Het laatste uitstapje van deze dag was naar de Bharat theeplantage. Eigenlijk zouden we op maandag naar de BOH-plantage gaan, maar deze was op die dag gesloten. We gebruikten de mooie groene achtergrond gelijk voor een fotosessie. We hebben hier (ijs)thee gedronken en zijn daarna naar het hotel gereden.

Het Strawberry Park resort was een prima hotel boven in de bergen met ruime kamers en een balkon. We genoten er van een heerlijk diner en 's avonds vermaakten we ons met het spelen van Kolonisten van Katan in de lobby van het hotel.